De opgave is de herinrichting van een woonhuis, die tot omstreeks 1948 werd benut als wijkgebouw van de Nicolaïkerk. Het pand bestaat uit een voorhuis met een monumentale gevel, een achterhuis en daartussen een met glas overdekte patio. In de loop der jaren zijn er verschillende verbouwingen geweest die de ruimtelijkheid en helderheid van het pand hebben aangetast. De inrichting belemmerde het contact tussen voor- en achterhuis, waardoor het voorhuis niet goed werd benut. De woonfuncties waren geconcentreerd aan de gevel van het achterhuis. Door binnenwanden weg te halen en openingen in de patiogevel te verbreden komt het licht diep de woning binnen en ontstaan nieuwe inrichtingsmogelijkheden. De keuken verplaatst van het midden van de woning naar het voorhuis. Hier vanuit is de 27 meter diepe woning in één oogopslag te ervaren. De voorzieningen als installaties, bergingen, trappen, badkamers, bureaus en garderobes worden opgenomen in een langgerekt meubel die van voor naar achter door het pand meandert. Hierdoor ontstaan bredere en smallere restruimtes, geschikt voor specifieke gebruiksfuncties.
↧